Vroeger was Pinksteren een belangrijk christelijk feest, net als Pasen en Kerstmis. Maar wat is Pinksteren nu?
Pinksteren is afgeleid van het Griekse woord pentekostè, wat vijftig betekent. De feestdag valt altijd op de tiende dag na Hemelvaart en de vijftigste dag na Eerste Paasdag.
De kerk herdenkt het neerdalen van de Heilige Geest over de apostelen. De Bijbel beschrijft de verbazing bij de inwoners van Jeruzalem. Van Romein tot Arabier, en iedereen ertussenin: ze hoorden allemaal in hun eigen taal de apostelen spreken over ‘Gods grote daden’. Drieduizend mensen raakten overtuigd en sloten zich diezelfde dag nog aan bij de kerk.
Daarom wordt de uitstorting van de Heilige Geest ook gezien als het ontstaan van de kerk. Vroeger was Pinksteren een belangrijk christelijk feest, net als Pasen en Kerstmis. Er waren ook vaste rituelen, zoals duiven loslaten in kerken. Iedereen had toen dagenlang of zelfs een week vrij met Pinksteren. Sinds 1574 is dit ingekort tot twee dagen.
Tegenwoordig is de christelijke betekenis helemaal naar de achtergrond verdwenen. Sommigen willen daarom de vrije dagen met Pinksteren of Hemelvaart afschaffen, omdat toch bijna niemand meer weet wat we vieren. En als we vrij zijn met christelijke feesten, waarom dan niet met joodse of islamitische? Zolang deze discussie voortduurt, gaat Nederland met Pinksteren lekker naar de meubelboulevard, het pretpark, Pinkpop of naar de kerk natuurlijk.